Wat zien we?
Tussen 2010 en 2019 is de OOM/POM-ratio is stijgende lijn gegaan. In 2010 bedroeg deze ratio nog 47%, in 2019 was dat al 50%, de hoogste geschatte waarde voor de gehele periode. Deze cijfers zeggen echter alleen iets over de evolutie voor de totale massa EEE. Binnen die groep zijn er grote verschillen tussen de diverse productgroepen. Vooral consumentenelektronica wordt zeer efficiënt verzameld, met een OOM/POM-ratio van 90% in 2019. Deze productgroep bereikte een piek in 2011, toen 100% werd verzameld, maar daalde daarna weer tussen 2013 en 2018, toen een minimum van 80% gerapporteerd werd.
Waar willen we naartoe?
Volgens de WEEE-richtlijn (Waste of Electrical and Electronic Equipment) moeten we streven naar “een minimale inzamelingsgraad van 65% van de gemiddelde massa van de EEE die in de drie voorgaande jaren op de markt zijn gebracht door de betreffende Lidstaat of 85% van het WEEE dat gegenereerd werd op het grondgebied van de Lidstaat”. De richtlijn promoot de verzameling en recuperatie van EEE-producten om zo de hoeveelheid materiaal dat weggegooid of geëxporteerd wordt naar andere landen als WEEE, zo laag mogelijk te houden. Daarnaast wil ze ook de recuperatie van materialen promoten. Met een ratio van 50% in 2019 scoort Vlaanderen op dit moment nog niet goed genoeg, er zijn dus nog extra inspanningen en verbeteringen nodig. We moeten er echter ook rekening mee houden dat de data voor deze indicator beperkt zijn tot de cijfers van Recupel. Informele verzamelings- en recyclagekanalen zijn niet opgenomen in deze studie. Bovendien is 30% van de EEE niet traceerbaar.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator geeft aan hoeveel EEE er ingezameld worden wanneer ze einde levensduur zijn (OOM) in vergelijking met de hoeveelheid nieuwe EEE die in de drie jaren daarvoor op de markt zijn gekomen (POM). De indicator is enkel gebaseerd op data aangeleverd door Recupel. We moeten er dus rekening mee houden dat inzameling en recyclage via andere kanalen niet werden meegenomen in de analyse.