Wat zien we?
Als stelregel geldt dat we grote hoeveelheden grondstoffen nodig hebben om te voldoen aan de vraag naar consumptiegoederen. De categorieën textiel, EEE (elektrische en elektronische toestellen) en meubelen zijn samen goed voor meer dan 50% van de totale materialenvoetafdruk van het vraagsysteem naar consumptiegoederen. In 2010 was de vraag naar consumptiegoederen goed voor ongeveer 16% van de totale materialenvoetafdruk van Vlaamse gezinnen. Op een dip in 2015 na is die voetafdruk doorheen de jaren gestaag blijven stijgen.
In 2016 bedroeg de materialenvoetafdruk op 17 405,22 kton, waarvan 12% afkomstig was van EEE, 16% van meubelen, 28% van textiel en 44% van andere consumptiegoederen. Daar waar de materialenvoetafdruk voor textiel doorheen de jaren is gestegen, is die voor EEE licht gedaald. Een mogelijke oorzaak voor dit fenomeen is dat de nieuwe EEE producten op de markt lichter worden waardoor de hoeveelheid materiaal die nodig is om ze te produceren, daalt.
Waar willen we naartoe?
Een circulaire economie heeft als doel om de materialenvoetafdruk van consumptiegoederen doorheen hun levenscyclus te verkleinen. Dat kunnen we bereiken door producten op een slimmere manier te produceren en te gebruiken, zoals bijvoorbeeld een efficiënter productieproces en een efficiënter en intensiever gebruik van de producten. Producten as a service en hergebruik zijn veelbelovende mogelijkheden om ervoor te zorgen dat er minder producten nodig zijn en om de gebruiksintensiteit ervan te verhogen. Producten mogen pas gerecycleerd worden tot secundaire materialen wanneer hergebruik en herstel niet langer mogelijk zijn.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator geeft het totale verbruik weer van de grondstoffen die nodig zijn om te voldoen aan de eindvraag van Vlaamse gezinnen naar consumptiegoederen. Het cijfer wordt uitgedrukt in kiloton materiaal per jaar. De data voor deze systeemindicator werden aangeleverd door OVAM.