Wat zien we?
In 2020 bedroeg de totale oppervlakte van niet-residentiële gebouwen 32 897 000 m2. Deze oppervlakte was verdeeld over 416 573 gebouwen. Hoewel het aantal gebouwen relatief constant blijft, is de oppervlakte wel gestegen ten opzichte van 2019.
De grafiek hieronder illustreert de evolutie sinds 2015 en toont ook wat de verdeling is op basis van het type vastgoed. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen kantoren, logistiek vastgoed en vastgoed voor semi-industriële activiteiten.
Waar willen we naartoe?
In een circulaire economie gaan we steeds op zoek naar manieren om te voldoen aan dezelfde behoeften met een beperkter gebruik van materialen. Door meer inzicht te krijgen in de oppervlakte van niet-residentiële gebouwen en hoe we van deze ruimtes gebruikmaken, kunnen we bepalen hoe efficiënt dat gebruik is. Toch moeten we in deze analyse steeds rekening houden met het type activiteit. Om de efficiëntie van niet-residentiële gebouwen te verhogen kunnen we bijvoorbeeld kijken naar stimulansen voor coworking-initiatieven.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator geeft aan wat de totale oppervlakte is van niet-residentiële gebouwen om zo een beter beeld te schetsen van de behoefte hieraan in Vlaanderen. Onder niet-residentiële gebouwen verstaan we alle soorten gebouwen die geen woonfunctie hebben zoals kantoorgebouwen, industriële gebouwen, schoolgebouwen, enz. De gegevens voor deze indicator zijn afkomstig van Cushman & Wakefield. Ze hebben echter enkel betrekking op Antwerpen, Gent, Leuven en Mechelen waardoor we geen algemene conclusies kunnen trekken voor het volledige Vlaamse grondgebied.