Wat zien we?
In 2020 bedroeg de totale oppervlakte van residentiële gebouwen 1 224 260 838 m2. Dat is een stijging van 50 272 861 m2 in vergelijking met de cijfers uit 2016. In Vlaanderen zijn er meer eengezinswoningen dan meergezinswoningen. Toch vertegenwoordigen die laatste een groter aandeel (64%) in de totale oppervlakte.
Waar willen we naartoe?
Om de behoeften van de bevolking beter te begrijpen is het interessant om te weten hoeveel woonoppervlakte er is en hoe die verdeeld is over de verschillende woningtypes. Vanuit circulair oogpunt zijn meergezinswoningen efficiënter dan eengezinswoningen omdat meer verdiepingen een grotere woonoppervlakte bieden.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator geeft aan wat de totale oppervlakte is van residentiële gebouwen. Dit schetst een beter beeld van de hoeveelheid woonoppervlakte die nodig is in Vlaanderen. De gegevens zijn afkomstig van Statbel en Institut Wohnen und Umwelt GmbH.