Wat zien we?
De grafiek hieronder toont de evolutie van de bezettingsgraad van wooneenheden tussen 2015 en 2020. Hoe kleiner het verschil tussen de bestaande wooneenheden en het aantal huishoudens, hoe efficiënter men gebruik maakt van de bestaande wooneenheden. We zien echter dat het verschil steeds groter wordt. Het is ongetwijfeld niet de enige reden voor die groeiende discrepantie, maar we moeten hier wel rekening houden met woningen die dienstdoen als tweede verblijf. Die laatste zijn immers ook opgenomen in de cijfers. In 2020 was naar schatting 6.3% van de wooneenheden in Vlaanderen onbewoond. Dat cijfer verschilt van de gegevens in de onderstaande grafiek door een verschil in methodologie voor de berekening.
Waar willen we naartoe?
Om de behoefte aan nieuwe materialen te beperken gaan we in een circulaire economie op zoek naar manier om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van wat er reeds beschikbaar is. Dat geldt ook voor wooneenheden. Zo kunnen we bijvoorbeeld kijken naar de toepassing van een deeleconomie voor gebouwen. Voor kantoren wordt dat reeds gedaan met coworkingruimtes.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator geeft aan wat de gebruiksefficiënte is van bestaande wooneenheden in Vlaanderen. De gegevens zijn afkomstig van Statbel.