Wat zien we?
Zo goed als alle vrachtverkeer, maar ook het merendeel van het autotransport, gebruikt nog steeds diesel. Het hoeft dus niet te verbazen dat diesel het type brandstof is met de hoogste consumptiewaarde (76%). Tussen 2013 en 2015 steeg de consumptie tot 185 PJ, om vervolgens weer te dalen tot 172 PJ in 2018. De stijging valt te verklaren door de economische evolutie terwijl de daling te maken heeft met de dalende populariteit van dieselauto’s. Bovendien is er in verschillende Vlaamse centrumsteden een verbod op dieselauto’s. We verwachten dus dat de dieselconsumptie zal blijven dalen, al zal ze significant blijven door het stijgend aantal vrachtwagens op onze wegen.
Na diesel is benzine de meest gebruikte brandstof (18%). Aan het begin van de meetperiode kende de benzineconsumptie een lichte daling, maar sinds 2013 is ze blijven stijgen tot een consumptiewaarde van 39 PJ in 2018. Aangezien de meeste personenauto’s op benzine rijden, volgt de consumptie ongeveer dezelfde trend als het aantal gereden kilometers. We kunnen de consumptie dus koppelen aan het aantal auto’s en hun gebruiksintensiteit.
Ten slotte zijn er ook alternatieve voertuigen die rijden op biobrandstoffen, die een veel lager verbruik vertonen (5%). Ook voertuigen die rijden op CNG en LPG hebben een verwaarloosbare consumptiewaarde. Hoewel het aantal auto’s dat op deze types brandstoffen rijdt in stijgende lijn gaat, blijft hun aandeel op vandaag beperkt tot 3,8%. Als er meer voertuigen op biobrandstoffen zouden rijden, zouden we onze materiaal- en koolstofvoetafdruk een heel stuk kunnen verkleinen. Er is dus nog veel ruimte voor verbetering.
Waar willen we naartoe?
Het gebruik en de productie van brandstof zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de materiaalconsumptie in de levenscyclus van voertuigen. Een lager verbruik van fossiele brandstoffen zoals diesel en benzine zou dus leiden tot een kleinere materialen- en koolstofvoetafdruk en een lagere uitstoot. In combinatie met een intensiever gebruik van alternatieve brandstoftypes kan dat de impact van wegverkeer verkleinen. Toch moeten we er rekening mee houden dat de productie van alternatieve en niet-fossiele brandstoffen zoals biobrandstof en elektriciteit ook een impact heeft. In het kader van toekomstige CE-monitoring moet dat zorgvuldig onderzocht worden.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator meet het type en de hoeveelheid brandstof die gebruikt wordt voor wegverkeer, uitgedrukt in petajoules. De gegevens over de hoeveelheid fossiele brandstoffen die gebruikt wordt voor wegverkeer in Vlaanderen, zijn afkomstig uit het Milieurapport Vlaanderen (MIRA). De gegevens refereren naar de energiebalans van Vlaanderen, afkomstig van het VITO, en houden rekening met personen- en vrachtvervoer.