Wat zien we?
In 2016 bedroeg de koolstofvoetafdruk ongeveer 13.350 kton CO2-equivalenten of 2,06 ton CO2-equivalenten per Vlaming. In vergelijking met 2010 was de voetafdruk 10% gedaald. De koolstofvoetafdruk wordt voornamelijk bepaald door de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen. In 2016 waren beide samen verantwoordelijk voor 75% van de koolstofvoetafdruk van ons mobiliteitssysteem. De impact van andere voertuigen op de koolstofvoetafdruk bedraagt minder dan 10%, personenwagens hebben dus een veel grotere impact dan andere vormen van transport. De daling van de uitstoot voor mobiliteit zou te maken kunnen hebben met een lagere uitstoot bij de productie van brandstoffen.
Waar willen we naartoe?
In een circulaire economie streven we ernaar om de koolstofvoetafdruk van ons mobiliteitssysteem zo laag mogelijk te houden. Hoewel mobiliteit nog steeds een grote algemene impact heeft, is de dalende tendens hoopgevend. De gebruiksfase heeft de sterkste invloed op de koolstofvoetafdruk door het gebruik van brandstof. Door andere types voertuigen te gebruiken zoals EV’s en hybrides, kunnen we de benodigde hoeveelheid fossiele brandstof omlaag krijgen en zo de voetafdruk verkleinen. Een dergelijke verandering is echter afhankelijk van de infrastructuur en de elektriciteitsmix, bovendien is voor elektrische auto’s de impact tijdens de productiefase hoger. Om de koolstofvoetafdruk van het mobiliteitssysteem te verlagen moeten we dus het aantal personenwagens terugdringen en meer inzetten op andere transportmodi zoals het openbaar vervoer en actieve transportmiddelen.
Wat meet deze indicator?
Deze systeemindicator meet de koolstofvoetafdruk van het personentransport in Vlaanderen. De data voor de indicator werden aangeleverd door Ovam.