Wat zien we?
In de periode tussen 2015 en 2019 viel de pH-waarde in de bodem voor 33% van de akkerlanden en 34% van de weilanden binnen de grenzen. In het geval van de organische koolstofvoorraad (SOC) was dat voor 39% en 31% het geval. Voor fosfor was dat 17% en 21%, voor kalium 39% en 29%, voor magnesium 28% en 25%, voor zwavel 22% en 23% en voor natrium 9% en 16%. Voor calcium ten slotte viel de waarde van zowel de akkerlanden als de weilanden in 53% van de gevallen binnen de grenzen.
In de tabel hieronder is een overzicht te zien van de evolutie van 5 van de 8 parameters. Over de evolutie van calcium, natrium en zwavel hebben we geen data beschikbaar. Wat in deze cijfers vooral opvalt, is het hoge aandeel gronden met een lage waarde SOC en een hoge waarde voor fosfor, kalium en magnesium. De cijfers geven een idee van de huidige staat van de landbouwgrond in België en de stappen die we moeten ondernemen om ze in optimale conditie te brengen. We kunnen er ook de nodige aanbevelingen rond bemesting uit afleiden, wat nodig is om het gebruik van die input te optimaliseren.
Waar willen we naartoe?
De bodemkwaliteit bepaalt of een lap grond geschikt is voor productie en wat de opbrengst zal zijn. Die kwaliteit wordt bepaald door tal van factoren zoals de fysieke structuur, de chemische balans en de biologische samenstelling. Als een bodem slecht beheerd wordt, kan de kwaliteit ervan verslechteren en kan de grond op termijn onvruchtbaar worden. Er is dus nood aan indicatoren om de chemische, fysieke en biologische conditie van Vlaamse landbouwgronden te evalueren. Daarnaast biedt dat ook de mogelijkheid om aanbevelingen te doen rond bemesting om die input zo optimaal mogelijk te kunnen gebruiken. De gezondheid van de bodem gaat echter verder dan alleen de beschikbare nutriënten, er is dus nood aan bijkomende data zoals de bodemstructuur en de biodiversiteit in de bodem. De regering bouwt op dit moment in samenwerking met het ILVO (Instituut voor Landbouw, Visserij en Voedingsonderzoek) aan een monitoringsnetwerk om de kwaliteit van de Vlaamse landbouwgrond structureel te kunnen opvolgen.
Wat meet deze indicator?
De Bodemkundige Dienst van België (BDB) volgt de chemische en fysieke staat op van de bodem in Vlaanderen. De instantie rapporteert over 8 parameters die bepalend zijn voor de vruchtbaarheid van akker- en weilanden. Aangezien de waarden jaar op jaar sterk kunnen variëren, worden ze per periode van 3 à 4 jaar gerapporteerd.
De data die we hebben besproken hebben betrekking op België omdat er voor Vlaanderen afzonderlijk geen data beschikbaar zijn. Deze data voor België zijn echter ook voor Vlaanderen representatief. De BDB rapporteert over het percentage van de bodem dat zich voor elke parameter onder, boven of binnen de gewenste range bevindt. De doelzone is de optimale toestand voor een bepaalde parameter opdat de meeste gewassen kunnen groeien (Tits et al., 2020). De doelzones worden voor elk staal individueel bepaald, afhankelijk van de textuur en de organische samenstelling van de bodem.