Wat zien we?
De grafiek hieronder toont hoe de gemiddelde stikstofconcentratie in oppervlaktewater de voorbije jaren geëvolueerd is. Daarnaast zien we ook op hoeveel meetplaatsen de grenswaarde (50 mg NO3/l) minstens één keer overschreden werd. In de winter van 2019-2020 was dat op 32% van de meetplaatsen het geval. Toch kunnen we tussen 2010 en 2020 voor de meeste meetplaatsen geen echte trend vaststellen. In 15% van de gevallen zien we wel een significante daling terwijl we bij 7% van de meetplaatsen dan weer een duidelijke stijging zien. Een mogelijke verklaring voor deze stijging is de droogte in 2017, 2018 en 2019 waardoor er meer meststoffen in het milieu terechtgekomen zijn.
Waar willen we naartoe?
In een circulair model streven we naar gesloten materialencycli. Niet alleen omdat dit de vraag naar nieuwe input vermindert maar ook om ongewenste schade aan het milieu (bv. door lekkages) te vermijden. Menselijke activiteiten zijn verantwoordelijk voor overvloedige concentraties van onder meer stikstof en fosfaat. Die overtollige hoeveelheden hebben een zware impact op ons milieu. In water leidt dat tot eutrofiëring, het gevolg daarvan is niet alleen een verstoring van het ecosysteem maar ook een negatieve impact op ons drinkwater.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator toont de evolutie van de hoeveelheid stikstof in het oppervlaktewater in de Vlaamse landbouwgebieden. Bovendien geeft hij ook aan op welke plaatsen de grenswaarde (50 mg NO3/l) minstens één keer overschreden werd. De gegevens werden verzameld door de Vlaamse Milieumaatschappij aan de hand van hun MAP-meetnet. Jaarlijks worden de cijfers van de 760 meetplaatsen tussen 1 juli en 30 juni (winterjaar) geëvalueerd.