Wat zien we?
Het percentage meetplaatsen in landbouwgebied dat de fosfaatnorm in winterjaar 2021-2022 overschrijdt bedraagt 54%. Sinds 2015-2016 neemt het aantal meetpunten dat aan de milieukwaliteitsnorm voldoet (de klassen “goed” en “zeer goed”) traag toe. Ook het aandeel meetplaatsen dat in winterjaar 2015-2016 als “slecht” beoordeeld werd is gedaald van 34% naar 21%. Het merendeel van de meetplaatsen vertoont over de periode 2016-2021 geen statistisch significante trend. Voor beide periodes is het percentage meetplaatsen met een significante daling wel duidelijk groter dan het percentage met een significante stijging. De interpretatie van de metingen wordt bemoeilijkt door droogte, wanneer er meetplaatsen droogvallen.
Waar willen we naartoe?
In een circulair model streven we naar het zoveel mogelijk vermijden van lekstromen: dit beperkt de vraag naar nieuwe input en voorkomt schade aan het milieu. Overtollige hoeveelheden fosfaat in de bodem leiden tot eutrofiëring van het water. Het gevolg daarvan is niet alleen een verstoring van het ecosysteem maar ook een negatieve impact op ons drinkwater. De hoeveelheden hangen samen met de manier waarop we ons voedsel produceren, denk bijvoorbeeld aan teeltkeuzes en bemesting. Het weer evenals de historiek van fosfaatbemesting zijn ook sterk bepalende factoren.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator toont de evolutie van de hoeveelheid orthofosfaat in oppervlaktewater in de Vlaamse landbouwgebieden aan de hand van metingen in 760 meetplaatsen tussen 1 juli en 30 juni (winterjaar). Het resultaat wordt uitgedrukt als een evaluatie ten opzichte van de geldende norm. De gegevens worden verzameld door de Vlaamse Milieumaatschappij aan de hand van het MestActiePlan-meetnet.