Wat zien we?
Van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval in Vlaanderen wordt 66,7% gerecycleerd of gecomposteerd (incl. het selectief ingezamelde bouw- en sloopafval). Tot 2007 was er een sterke stijging van het gerecycleerde huishoudelijk afval. Daarna is dat geleidelijk gedaald omdat het aantal selectief ingezamelde afvalstromen ook gedaald is. De belangrijkste verklaring hiervoor is waarschijnlijk de strengere toegangscontrole op de recyclagebedrijven, waardoor er minder bedrijfsafval in de huishoudelijke recyclageparken terechtkomt.
Zoals te zien is in de onderstaande grafiek, staat Vlaanderen op Europees vlak aan de top met een recyclagepercentage van 63,8% (excl. het selectief ingezamelde bouw- en sloopafval).
Waar willen we naartoe?
Bij de herziening van de Europese Kaderrichtlijn afval in 2018 zijn nieuwe doelstellingen en een strengere berekeningswijze opgenomen. De nieuwe recyclagedoelstellingen bepalen dat 55% van het huishoudelijk afval tegen 2025 gerecycleerd moet worden, 60% tegen 2030 en 65% tegen 2035.
Daarnaast heeft de EU de bindende doelstelling vastgelegd om tegen 2035 maximaal 10% van het huishoudelijk afval te storten. In Vlaanderen werd in 2019 slechts 0,4% van het huishoudelijk afval (excl. bouw- en sloopafval) gestort.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator meet het aandeel huishoudelijk afval (incl. vergelijkbaar bedrijfsafval) dat gerecycleerd of gecomposteerd wordt. Door het recyclagepercentage te meten kan men beoordelen in hoeverre de transitie naar een circulaire economie reeds bezig is. Hoe hoger dit percentage, hoe verder men staat in de transitie.