Wat zien we?
Met een gemiddeld BMI van 25,5 ligt het Vlaamse gemiddelde hoger dan de aanbevolen score (tussen 18,5 en 25). Dat gemiddelde is de voorbije 20 jaar blijven stijgen, net als het aandeel overgewicht en obesitas bij de volwassenen (zie onderstaande grafiek).
De consumptie van lege calorieën is dubbel zo hoog als aanbevolen. Voor kaas, vlees, vis, eieren en vegetarische vervangers zien we dat de consumptie 50% hoger ligt dan wat er wordt aanbevolen.
Waar willen we naartoe?
In een circulair model streven we naar een lagere calorie-inname omdat er dan minder voedsel nodig is waardoor de impact van onze voeding op het milieu kleiner wordt. Toch kunnen we onze inname niet zomaar verminderen omdat dit een negatieve impact zou kunnen hebben op onze gezondheid. De meest voor de hand liggende eerste stap is een vermindering van onze calorie-inname voor de soorten voeding waarvan onze huidige inname te hoog is.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator meet twee elementen: onze BMI en ons dagelijks consumptiegemiddelde.
De BMI is een maatstaf waarmee we kunnen bepalen of een volwassene een gezond gewicht heeft op basis van zijn lengte. Het wordt als volgt berekend: gewicht/lengte2. Deze gegevens worden regelmatig bijgewerkt via de ‘gezondheidsenquête’ van Sciensano.
Het dagelijkse consumptiegemiddelde is de totale hoeveelheid voedsel die een volwassene op dagelijkse basis consumeert. Deze gegevens worden om de 10 jaar verzameld via de ‘voedselconsumptiepeiling’ van Sciensano.