Wat zien we?
Tussen 2005 en 2018 nemen de totale broeikasgasemissies geleidelijk af, wat vooral te danken is aan de belangrijke daling van de CO2-emissies. Op basis daarvan zou men kunnen zeggen dat de transitie naar een koolstofarmere economie is ingezet, maar recente cijfers tonen aan dat deze trend nog zeer fragiel is. We zien bijvoorbeeld dat de totale broeikasgasuitstoot in Vlaanderen eerder stabiliseert tussen 2015-2018. Ook andere factoren, zoals de weersomstandigheden, kunnen dat beïnvloeden. Zo zien we dat koude winters vaak leiden tot een toename van de CO2-uitstoot omdat iedereen meer verwarmt. Bovendien verwachten onderzoekers dat de coronamaatregelen ook een effect zullen hebben op de resultaten voor 2020.
Waar willen we naartoe?
Er zijn meerdere beleidsdoelstellingen vastgelegd voor de territoriale broeikasgasemissies. Op Europees niveau worden deze doelstellingen voor het hele gebied (dus niet per lidstaat of regio) vastgelegd en gereguleerd via de Europese emissiehandel (het EU ETS).
België en Vlaanderen wilden de emissies tegen 2020 verminderen met respectievelijk 15% en 15,7% ten opzichte van 2005. De exacte doelstelling voor de komende jaren ligt nog niet vast, maar zal waarschijnlijk in de lijn liggen van de Europese doelstelling, namelijk een daling van 30% ten opzichte van 2005.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator meet de evolutie van de territoriale uitstoot van broeikasgasemissies binnen Vlaanderen. Er wordt een onderscheid gemaakt per gas en tussen de emissies die wel onder het Europees emissiehandelssysteem vallen (ETS) en de emissies die daar niet onder vallen (niet-ETS).