Wat zien we?
In 2022 bedroeg de gemiddelde leeftijd van gebouwen in Vlaanderen 58,8 jaar. Vanaf 2016, het meest recente jaar waarover we gegevens hebben, blijkt uit de onderstaande grafiek een gestage stijging van de gemiddelde leeftijd van gebouwen.
Waar willen we naartoe?
In een circulaire economie streven we ernaar om producten en materialen zo lang mogelijk in de cyclus te behouden. Het verlengen van de levensduur van gebouwen is een circulaire strategie bij uitstek: niet alleen maken we op die manier langer gebruik van iets dat al bestaat, bovendien wordt de nood aan volledig nieuwe gebouwen kleiner. Niettemin moeten we rekening houden met de energie-efficiëntie van gebouwen. Over het algemeen verbruikt een ouder gebouw meer energie vanwege slechtere isolatie, wat leidt tot een verhoogd gebruik van materialen tijdens de gebruiksperiode van het gebouw. Renovaties zijn noodzakelijk om de energie-efficiëntie van bestaande gebouwen te verbeteren en tegelijkertijd hun levensduur te verlengen. Renovaties hebben evenwel ook een materialenvraag: het is dan ook essentieel om de principes van circulair bouwen en renoveren toe te passen.
Wat meet deze indicator?
De levensduur van de gebouwen in Vlaanderen is berekend door gebruik te maken van de statistiek “Gebouwenpark” van Statbel, waarbij de gebouwen zijn gecategoriseerd op basis van hun bouwjaarklasse. Per klasse werd het midden van het leeftijdsinterval als bouwjaar gehanteerd voor alle gebouwen. Voor gebouwen die vóór 1900 zijn gebouwd, werd het jaar 1890 als bouwjaar aangenomen. De gemiddelde leeftijd van alle gebouwen werd vervolgens berekend als een gewogen gemiddelde van de aantallen gebouwen per bouwjaarklasse met het betreffende bouwjaar. De data houden geen rekening met renovaties: een gerenoveerd gebouw verandert niet van bouwjaar, hoe grondig de renovatie ook uitgevoerd mag zijn.