Wat zien we?
Begin 2022 was er bij de OVAM een oriënterend bodemonderzoek (OBO) beschikbaar voor 58% van de ongeveer 85000 Vlaamse risicogronden. Voor een derde van deze gronden waren verdere maatregelen nodig en volgde een beschrijvend bodemonderzoek (BBO) . In de periode tussen 1997 en 2022 werden in totaal 5945 bodemsaneringsprojecten (BSP) ingediend en conform verklaard. Begin 2022 waren 4570 bodemsaneringswerken (BSW) afgerond. Dat is 42% van het geschatte aantal noodzakelijke bodemsaneringsprojecten dat tegen 2036 opgestart zou moeten zijn. In vergelijking met 2005 is het aantal afgeronde bodemsaneringswerken aanzienlijk toegenomen. Hoe langer het Bodemdecreet in werking is, hoe meer saneringen opgestart en afgerond worden. De doorlooptijd – tussen de onderzoeksfase en een afgewerkt saneringsproject kan acht jaar zitten – heeft een vertragend effect.
Waar willen we naartoe?
Mogelijk maken dat gronden opnieuw gebruikt kunnen worden voor verschillende doeleinden zoals wonen, werken, natuur, recreatie, enz. past in het breder kader van de circulaire economie toegepast op ruimte. De OVAM wil tegen 2028 de oriënterende onderzoeken voor alle risicogronden afgerond hebben en tegen 2036 de sanering voor alle historische verontreinigingen minstens opgestart hebben. Op dit moment is er een sterk verhoogde maatschappelijke aandacht voor PFAS en andere zorgwekkende stoffen, waardoor de OVAM middelen heroriënteert naar dit thema. Naar aanleiding van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie PFAS-PFOS is een uitgebreide programmawerking opgestart. De 2036-doelstelling zullen we herevalueren in functie van deze nieuwe realiteit.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator toont het aantal verontreinigde gronden per saneringsfase.