Wat zien we?
De som van de hoeveelheid opgeruimd zwerfvuil en correct gedeponeerd afval in straatvuilnisbakken kunnen we beschouwen als de best beschikbare benadering van de totale hoeveelheid out-of-home afval die vrijkomt. Over het meetbereik van 2015 tot 2019 is het out-of-home afval met bijna 9% toegenomen tot een totaal van 29,8 kiloton. In 2019 was de waarde het hoogst, met 36,2 kiloton. Dit is een indicatie voor een stijgende zwerfvuildruk. Wel zien we een daling van de opgeruimde hoeveelheid zwerfvuil op de grond (-11%) en een stijging van de proportie van het out-of-home afval dat in de straatvuilnisbakken belandde: 26% van het totaal in 2015, 39% in 2021.
Waar willen we naartoe?
In een circulaire economie willen we de hoeveelheid afval zien dalen, en het afval dat toch ontstaat willen we zoveel als mogelijk valoriseren. Voor zowel zwerfvuil als vuilnis in straatvuilbakken is er nog maar weinig valorisatie mogelijk. Voor afval dat buitenhuis ontstaat zijn uiteraard straatvuilbakken de te verkiezen bestemming als selectieve inzameling niet mogelijk blijkt, als bescherming tegen verdere verspreiding van afval in het leefmilieu. Uiteindelijk willen we dat de zwerfvuildruk afneemt, bijvoorbeeld door het verminderen van het aantal zwerfvuilgevoelige verpakkingen op de markt.
Wat meet deze indicator?
Out-of-home afval is de optelsom van de hoeveelheid opgeruimd zwerfvuil en correct gedeponeerd afval in straatvuilnisbakken, uitgedrukt in kiloton. De data werden aangeleverd door de OVAM.