Wat zien we?
De grafiek hieronder geeft een beeld van de evolutie van de hoeveelheid opgeruimd zwerfvuil en sluikstort in Vlaanderen in de voorbije jaren. De totale hoeveelheid opgeruimd zwerfvuil voor Vlaanderen is in 2021 met bijna 20% gedaald tegenover 2019. Ten opzichte van 2015 zien we een daling van het zwerfvuil met 11%. Tegelijkertijd stijgt de opgeruimde hoeveelheid sluikstort van 22 592 ton in 2015 tot 28 600 ton in 2021, dat is een toename van meer dan 25%.
Waar willen we naartoe?
Zwerfvuil en sluikstort zijn lekken in onze materiaalstromen en hebben een negatieve impact op het milieu. Ze zijn dus totaal ongewenst in een circulaire economie. Wat ervan opgeruimd wordt, wordt meestal niet gerecycleerd. In een circulaire economie zien we deze stromen graag snel naar nul dalen, zodat ook de inspanningen voor het opruimen kunnen wegvallen.
Het Uitvoeringsplan 2016-2022 stelt als doelstelling voorop dat de totale hoeveelheid opgeruimd zwerfvuil op de grond in 2022 daalt met 20 gewichtsprocent ten opzichte van 2013; deze doelstelling werd niet gehaald . In het Lokaal Materialenplan 2023-2030 is de doelstelling opgenomen dat de totale hoeveelheid opgeruimd zwerfvuil op de grond tegen 2030 moet dalen met minstens 20% t.o.v. 2023. Het Lokaal Materialenplan stelt ook dat het aantal stuks zwerfvuil per 100 m2 met 20% moet dalen in 2030 ten opzichte van 2023 voor een aantal type-omgevingen zoals bv. winkelstraten en snelwegparkings; voor andere omgevingen mag er geen significante stijging zijn. In verband met lekstromen stelt het Vlaams Integraal Actieplan Marien Zwerfvuil dat de instroom van afval in het marien milieu tegen 2025 met 75% verminderd moet zijn. Er zijn geen concrete doelstellingen omtrent sluikstorten omdat de kwaliteit van de data over sluikstorten momenteel onvoldoende consistent is.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator meet de hoeveelheid zwerfvuil en sluikstort die in Vlaanderen opgeruimd wordt. De OVAM monitort de opgeruimde hoeveelheid zwerfvuil en sluikstort tweejaarlijks uit enquêtes ingevuld door gemeenten en informatie afkomstig van afvalintercommunales, provincies en relevante Vlaamse agentschappen.