Wat zien we?
Onderstaande grafiek illustreert de evolutie van het verbruik van fosforgebaseerde meststoffen sinds 2011. In 2020 bedroeg het verbruik in de Vlaamse landbouwsector 42,61 kiloton, wat een afname van 7,6% betekent ten opzichte van 2011. Dierlijke meststoffen vormen de grootste categorie met een aandeel van 94,8%. Een daling van het verbruik ervan voltrok zich tussen 2011 en 2017, waarna een lichte stijging volgde. Het verbruik van kunstmeststoffen vertegenwoordigt een aandeel van 3,0%; omstreeks 2015 en 2016 bedroeg dit 2,3%. Het aandeel uit organische meststoffen bedraagt 2,3% en is doorheen de jaren met een vijfde toegenomen.
Waar willen we naartoe?
Meststoffen zijn nodig in de voedselproductie. In Vlaanderen zien we dat de grote benodigde hoeveelheden leiden tot negatieve milieu-effecten. Een zo minimaal mogelijk verbruik kan gerealiseerd worden door middel van diverse strategieën, zoals het opleiden van landbouwers en het toepassen van nieuwe landbouwtechnologieën. Vanuit materialenoogpunt streven we ernaar het verbruik van kunstmatige meststoffen tot een minimum te beperken, gezien de benodigde extra materialen en impacten die bij de productie ervan komen kijken. De voorkeur gaat daarom uit naar dierlijke en organische meststoffen, aangezien deze ons in staat stellen om de voedingscyclus te sluiten.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator geeft inzicht in het verbruik van op fosfor gebaseerde meststoffen binnen de Vlaamse landbouwsector, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen dierlijke, kunstmatige en organische meststoffen. De cijfers worden uitgedruk in kiloton P2O5 en zijn afkomstig uit het jaarlijkse Mestrapport, opgesteld door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM).