Wat zien we?
Voor de totale inname van eiwitten zien we dat de dagelijkse inname voor vrouwen 12 gram boven de gemiddelde dagelijkse aanbevolen hoeveelheid van 52 gram per dag ligt, en voor mannen 22 gram boven de richtlijn van 62 gram per dag.
Voor meer details over de consumptie van eiwitten zijn er data uit bevragingen inzake effectieve consumptie en inzake aankopen. De eerste databron toon dat in 2023 de Vlaamse eiwitinname voor 41,3% afkomstig is van plantaardige bronnen en voor 58,7% van dierlijke. Een vergelijkbare bevraging uit 2014 (de Voedselconsumptiepeiling) toont een iets lagere verhouding van 38,6% plantaardige bronnen.
In de hoeveelheid aangekochte eiwitten zien we dat de verhouding tussen plantaardige en dierlijke eiwitrijke producten relatief stabiel blijft, met een waarde van 33/67.
Waar willen we naartoe?
Eiwitten zijn van vitaal belang voor onze voeding. Afhankelijk van de bron is het materialenverhaal erachter erg verschillend. Voor dierlijke eiwitten is de milieubelasting doorgaans hoger dan voor plantaardige eiwitten. Een deel van dit verhaal zit in het feit dat dieren eerst met plantaardige bronnen gevoed worden. Een vermindering van de inname van dierlijke eiwitten is zowel in absolute als in relatieve zin een circulaire strategie, omdat we meer eiwitten eten dan nodig en omdat er plantaardige alternatieven bestaan: een gezond en gebalanceerd voedingspatroon kan dus gewaarborgd worden. In 2021 heeft de Vlaamse Overheid in het kader van de Eiwitstrategie de Green Deal Eiwitshift op ons bord gelanceerd, met als doel om tegen 2030 de verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitten in de Vlaamse consumptie te verbeteren richting een cijfer van 40/60 dierlijke/plantaardige eiwitten, en een vermindering van de totale inname van eiwitten te bekomen.
Wat meet deze indicator?
Verschillende cijfers werden gecombineerd. Een belangrijke bron voor deze indicator is het EI-MEET rapport, dat vanaf 2023 jaarlijks de eiwitinname en -bronnen in Vlaanderen volgt. Dit rapport brengt verslag uit van de resultaten van twee bevragingen, één gericht op consumptie en één op aankopen. De bevraging gericht op consumptie sluit qua aanpak nauw aan bij de Voedselconsumptiepeiling uitgevoerd door Sciensano in 2014 en neemt zowel verbruik thuis als op verplaatsing mee en houdt rekening met voedselverliezen. Via de Voedselconsumptiepeiling werden ook de cijfers voor de algehele inname van eiwitten verkregen. De bevraging gericht op aankopen laat toe om jaarlijks trends op te volgen.