Wat zien we?
In Vlaanderen kunnen consumenten zich ontdoen van hun textiel via drie kanalen: het restafval, de selectieve afval inzameling van textiel, of via directe afgifte aan een kringloopcentrum voor hergebruik. De 33 kiloton die in 2022 nog via het restafval afgedankt wordt, wordt verbrand met energierecuperatie. De overige 50 kiloton textiel dat selectief ingezameld wordt in Vlaanderen kan worden voorbereid op hergebruik of recyclage. We zien dat deze stroom de laatste tien jaar rond die waarde blijft schommelen.
Exacte cijfers van wat er verder met het ingezameld textiel gebeurd zijn er momenteel nog niet. Wat we wel weten is de hoeveelheid die de kringloopcentra lokaal terug in omloop brengen. Deze stroom is afkomstig van zowel de directe afgifte aan kringloopcentra als de selectieve afvalinzameling van consumententextiel in de gemeentes door kringloopcentra, bijvoorbeeld via textielcontainers. Verder zijn enkel de grootteordes omtrent globaal hergebruik, recyclage, en verbranding gekend. Bij recyclage gaan in 2022 nog alle materialen richting ‘open-loop recycling’, dit betekent dat de materialen in een andere waardeketen gebruikt worden. Voor textiel is dit ofwel vervezeling tot non-woven stoffen (bv. isolatiemateriaal), ofwel gebruik als poetsdoeken.
Waar willen we naartoe?
De kaderrichtlijn afvalstoffen (Waste Framework Directive) van de Europese Commissie heeft een hiërarchie vastgelegd die als richtsnoer dient voor de afvalverwerking. In deze hiërarchie staan hergebruik en afvalpreventie bovenaan en wordt recyclage beschouwd als de volgende beste optie. In een circulaire economie moeten we materialen zoveel mogelijk gebruiken, hergebruiken en recycleren om te vermijden dat waardevolle materialen vernietigd worden en om de waarde van de materialen zo lang mogelijk te behouden. Slechts wanneer materialen niet langer gerecycleerd kunnen worden, mogen ze verbrand worden met energierecuperatie. Storten van afval is de allerlaatste optie.
De gescheiden inzameling van afval en materialen is een cruciale stap om meer te kunnen hergebruiken en recycleren. Hierbij krijgt lokaal hergebruik de voorkeur. Het nadeel van hergebruik op de globale markt is dat we de controle over de eindelevensfase verliezen, en het textiel dus uiteindelijk toch nog gestort zou kunnen worden. Het ingezameld textiel is echter niet altijd geschikt voor hergebruik. Veel hangt af van de kwaliteit en de vraag van de markt. Bij producten met een lagere kwaliteit wordt gekeken of ze te recycleren zijn. Hierbij krijgt hoogwaardige recyclage, ook wel ‘closed-loop recycling’, de voorkeur. Enkel als hergebruik en recyclage geen optie zijn, bijvoorbeeld bij vervuild textiel, gaan ze naar verbranding.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator geeft het hergebruik van textiel weer in Vlaanderen via de erkende kringloopcentra, het officiële hergebruiksnetwerk in Vlaanderen. De cijfers worden uitgedrukt in kiloton; het hergebruik wordt ook afgezet ten opzichte van het aantal inwoners. De data voor deze indicator werden aangeleverd door de OVAM. Deze cijfers onderschatten het reële hergebruik omdat mensen zich naast kringloopcentra ook tot informele kanalen wenden. Deze kanalen worden wel opgenomen in de berekening van het totale hergebruik in Vlaanderen. Het Sankey diagram is afkomstig van een lopend onderzoeksproject aan de KU Leuven in samenwerking met UUtrecht.