Wat zien we?
Met een gemiddeld BMI van 25,5 ligt het Vlaamse gemiddelde hoger dan de aanbevolen score (tussen 18,5 en 25). Dat gemiddelde is de voorbije 20 jaar blijven stijgen, net als het aandeel overgewicht en obesitas bij de volwassenen: dit bedroeg 40% in 1997 en 48% in 2018.
Waar willen we naartoe?
In de circulaire economie willen we overconsumptie vermijden: dit impliceert immers het verbruik van grondstoffen en bijhorende impacten die niet strikt nodig zijn. De gemiddelde BMI is een proxy-indicator voor overconsumptie van voeding: hoge waardes of een stijging ervan kunnen geïnterpreteerd worden als het gevolg van dat er meer calorieën ingenomen worden dan er nodig zijn. Levensstijl en andere factoren hebben uiteraard ook een invloed op de BMI, al kunnen deze soms ook teruggebracht worden tot inname versus verbruik van calorieën.
Wat meet deze indicator?
De BMI is een maatstaf waarmee we kunnen bepalen of een volwassene een gezond gewicht heeft op basis van zijn lengte. Het wordt berekend als het gewicht van een persoon gedeeld door het kwadraat van de lengte van die persoon. De gemiddelde gegevens voor Vlaanderen worden periodiek bijgewerkt via de Gezondheidsenquête uitgevoerd door Sciensano.