Wat zien we?
De cijfers maken een onderscheid tussen eetbare en niet-eetbare fracties binnen de reststromen. Het voedselverlies in 2020 bedroeg 883 742 ton, een daling van 2% ten opzichte van 2015. De landbouw, voedingsindustrie en huishoudens waren de voornaamste bronnen van voedselverlies. Selectieve inzameling ervan is hoog, behalve bij huishoudens. De hoeveelheid nevenstromen bedroeg in 2020 2 167 727 ton.
Waar willen we naartoe?
De circulaire economie streeft naar het preventief verminderen van voedselverliezen en naar het zo hoog mogelijk valoriseren van zowel voedselverliezen als niet-eetbare voedselreststromen (nevenstromen). Voorbeelden van valorisatie zijn het omzetten van deze reststromen in diervoeders of het gebruik ervan als biobrandstoffen. Op deze manier worden organische materiaalstromen nuttig ingezet en wordt de milieu-impact geminimaliseerd. Op vlak van voedselverliezen heeft Vlaanderen als doelstelling om deze via preventie en valorisatie doorheen de voedingsketen tegen 2025 met 30% te verminderen ten opzichte van 2015. Op vlak van valorisatie streeft Vlaanderen naar een hogere cascade-index in 2025 ten opzichte van 2015.
Wat meet deze indicator?
Deze indicator toont de hoeveelheid voedselverliezen en nevenstromen per sector in de hele Vlaamse voedselketen. Voedselverlies verwijst naar voedsel dat in eerste instantie geschikt was voor menselijke consumptie maar niet geconsumeerd werd. Nevenstromen omvatten niet-eetbare voedselresten zoals schillen die nog gevaloriseerd kunnen worden.